Sinds de olifant al een tijdje tot één van de favoriete dieren van Julian behoort, besluiten we hem mee te nemen naar het park dat bekend staat om de grote kuddes olifanten: Tarangire National Park.
Tarangire is gelegen ten zuiden van Lake Manyara National Park, op zo’n twee uur rijden van Arusha. Hoewel het niet zo bekend is als de Serengeti biedt ook Tarangire grote concentraties wild, inclusief de grootste populatie olifanten in heel Afrika.
Zodra we de gate gepasseerd zijn, bevinden we ons direct tussen het wild. Zebra’s en impala’s grazen langs de weg, struisvogels kijken nieuwsgierig op en giraffen bewegen zich gracieus over de savanne. En inderdaad, ook olifanten zijn hier aanwezig. Héél veel olifanten!
Acacia’s en palmbomen domineren het landschap dat, naar mate we zuidelijker rijden, steeds heuvelachtiger wordt. Het nationale park wordt doorkruist door de Tarangire rivier die bijna altijd water heeft. Een ander opvallend kenmerk zijn de reusachtige baobab bomen die verspreid staan.
Tegen de avond arriveren we bij onze accommodatie voor dit weekend, het luxe Oliver’s Camp. We overnachten in een ruime en stijlvol ingerichte safaritent, compleet met een outdoor bush shower. Na een drankje bij het kampvuur en uitgebreid diner, zoeken we ons bed op. ’s Nachts worden we echter getrakteerd op een onverwacht bezoek van olifanten, die rustig voor onze tent komen eten en onderzoekend hun slurf in het kleine vogelbadje steken. Om na een tijdje rakelings langs de voordeur verder te wandelen. Dankzij de volle maan en de tent die aan de voorkant open is, kunnen wij het perfect zien. Wat bijzonder om vanuit je bed naar olifanten te kunnen kijken, op nog geen tien meter afstand! En Julian… die slaapt ondertussen nietsvermoedend verder…
De volgende ochtend, waarbij verschillende gasten hun wake-up call missen door olifanten die de paden blokkeren, vertrekken we na het ontbijt voor een game drive. De open safari auto van de lodge, met gids/chauffeur, is voor Julian al een avontuur op zich. En hij kan zijn geluk niet op wanneer we nog vele “beba” en “otuit” zien. Een lange tijd rijden we langs een moerasgebied op, dat naar mate het warmer wordt steeds meer dieren trekt. Tientallen kuddes olifanten komen drinken of zoeken de schaduw van de bomen op. En we mogen allemaal van geluk spreken wanneer we een luipaard in een boom aantreffen, rustend op een brede tak.
Na de lunch rijden we op ons gemak, al game drivend, terug naar de gate. Julian doet ondertussen zijn middagslaapje, moe van alle indrukken. En zeer tevreden, want wie heeft er in zijn jonge leventje al zo veel olifanten gezien…
Geef een antwoord