Je moet er wat voor over hebben… maar dan ben je ook ergens! Na een rit van zo’n twee uur, over een stenige weg en door diepe poelen, bevinden we ons midden in Maasai land. Letterlijk in de middle of nowhere is de Maasai Lodge gelegen, ingesloten door de Mount Meru en Kilimanjaro.
We worden warm onthaald door traditioneel Maasai gezang. Vervolgens krijgen we een welkomstdrankje geserveerd: koeienbloed, dat door deze stam dagelijks gedronken wordt. “Ladies first.” Na een korte twijfeling neem ik de eerste slok. Wat overigens niet verkeerd smaakt…!
De lodge zelf is als een traditioneel Maasai dorp (een ‘boma’) opgebouwd, met verschillende lemen hutten. Het is gelegen op de top van een heuvel en biedt 360 graden uitzicht, van de Mount Meru, over de uitgestrekte savanne tot aan de besneeuwde bergtop van de Kilimanjaro. Hoewel de huisjes geheel in stijl ingericht zijn, beschikken ze over de nodige comfort zoals stromend water, elektriciteit en een breed, zacht bed. Met rechtstreeks uitzicht op het ‘Dak van Afrika’! Er is zelfs een zwembad en sauna met wederom de prachtige vergezichten.
In de namiddag, wanneer de zon minder fel is, gaan we op pad met een Maasai-krijger. In de bush wijst hij ons op verschillende bomen en planten die ieder hun eigen geneeskrachtige werking hebben. De een draagt eetbare vruchten, de ander beschikt over sap wat tegen muggen beschermt. Wild komt hier niet veel (meer) voor, op wat hyena’s, schildpadden en slangen na. Tijdens de wandeltocht bezoeken we het schooltje Ngabobo, dat met behulp van de Maasai Lodge opgezet is. Alle inkomsten van de accommodatie komen ten goede aan verschillende projecten, zoals de basisschool, het ziekenhuis en weeshuis.
Wat tevens indrukwekkend is, is het verhaal achter de lodge en Amini Life. Opgezet door een Oostenrijkse vrouw die simpelweg verliefd raakte op het land na een toeristisch bezoek en de lokale bevolking wilde helpen. Daar waar de Tanzaniaanse regering er tientallen jaren (tevergeefs) over deed om de mensen in deze regio van schoon drinkwater te voorzien, wist Christine Wallner dit in een week te bewerkstelligen. Als dank schonk de Maasai haar het land waar de lodge zich nu bevindt. En op haar beurt helpt zij weer de bevolking middels onderwijs, gezondheid en sociale ontwikkeling.
De wandeling eindigt op de top van één van de omringende heuvels, waar een drankje, snack en groep Maasai ons staan op te wachten. En terwijl de zon ondergaat worden we getrakteerd op één van de beste live optredens ooit. Hoewel Julian in eerste instantie op veilige afstand blijft, en dicht bij de kom pinda’s, beginnen de zingende en springende mannen hem toch te intrigeren en duurt het niet lang voordat ook hij zijn Maasai vaardigheden uitprobeert.
De volgende dag begint spectaculair: met open deuren mogen we vanuit bed een prachtige zonsopgang bewonderen, waarbij de Kilimanjaro volkomen helder en scherp tegen de kleurende horizon afsteekt. Dat is nog eens aangenaam wakker worden!
Maar ook vandaag kunnen we ons weer onderdompelen in de tradities van de Maasai. Na een uitgebreid ontbijt worden we uitgenodigd om met de mannen te gaan speer werpen. Ondanks het eeuwenoude ritueel waarbij een Maasai jongen alleen een echte krijger kan worden door een leeuw te doden, gebruiken de Maasai dit wapen nog hoofdzakelijk gebruiken om zich te beschermen. In de praktijk valt het echter niet mee om het doelwit, in dit geval een zak aan een boom, te raken. Terwijl de mannen vanaf de gebruikelijke afstand van zo’n 10 meter werpen, hebben wij – samen met enkele andere gasten – al moeite om de zandzak vanaf 3-4 meter überhaupt te raken.
Al met al is het een onvergetelijk weekend en met tegenzin nemen we halverwege de ochtend afscheid van het gastvrije personeel, om weer langzaam naar Arusha terug te keren. Ook op Julian heeft ons bezoek blijkbaar diepe indruk gemaakt, want onze kleine “maasai mzungu” is nog dagelijks zijn Maasai dans aan het oefenen…
Geef een antwoord