Na ons laatste bezoek aan de indrukwekkende nieuwe campsite nabij Lake Manyara, maakten we vorige maand plannen om er opnieuw een weekendje door te brengen.
Dit keer wilden de mannen er graag op de motor naar toe. Prima idee. Ze ronselden meer motorliefhebbers zodat ze met een groepje van vijf konden rijden, waaronder in ieder geval één iemand die goed Swahili sprak. Een nóg beter idee. Het weekend van half maart werd vastgelegd, mooi voordat het regenseizoen zich zou aankondigen. En dat was een iets minder goed idee. Want in Afrika loopt alles anders dan je denkt…
Volle tanks en platte banden
Vroeg in de ochtend vertrok de groep vol goede moed richting het dorpje Mto wa Mbu. Goed voorbereid, de brandstoftanks gevuld en een mooie route door het binnenland uitgestippeld. De afstand van 250 km zou in een uur of 5-6 te overbruggen moeten zijn. Wij, vrouwen en kinderen, zouden iets later volgen met de auto en hen op de campsite opwachten. Maar dat het wachten wel bijzonder lang zou duren, had niemand verwacht…
Nog voor de mannen goed en wel Arusha uit waren, hadden ze al twee keer mogen stoppen om een lekke band te (laten) plakken. Een kleine vertraging, maar nog te overzien. Eenmaal de bewoonde wereld achter zich gelaten, volgden ze een panoramische weg door de bush. Ze reden langs iconisch gevormde bergen de Ol Doinyo Lengai tegemoet, over uitgestrekte vlaktes en hier en daar een klein dorpje.
Natte voeten
En toen kwam het water. De plassen waren aanvankelijk nog goed te nemen. Maar langzaamaan werden ze steeds groter en dieper. Tot het groepje motorrijders omringd was door iets wat op een groot meer leek. Het ging niet meer om een stroming die ze moesten doorkruisen; de rivier was de wég die ze moesten volgen. En dus besloten ze om te wachten tot het water zou zakken en ze verder konden.
Twee uur later en een waterlevel dat amper 10 cm gezakt was, kwamen ze tot de conclusie dat wachten ook geen zin had. De enige optie was de stroming te trotseren. En zo baanden ze zich weg, af en toe een stukje rijdend maar vooral door het diepe water ploeterend en de motoren met zich meetrekkend.
Toen ze eenmaal hun voeten weer konden zien, was het inmiddels laat in de middag en moest er nog ruim 100 km afgelegd worden tot Mto wa Mbu. Tel daar nóg een lekke band en een motor zonder licht bij op, en je krijgt een groep uitgeputte, hongerige rijders die pas tegen 20.00 uur de campsite opgereden kwamen. 250 km in meer dan 12 uur!
Ondertussen had de rest van het gezelschap met de auto een opmerkelijk voorspoedigere reis achter de rug en bevonden we ons al lang op de camping. Waar wij natuurlijk het zware werk al hadden opgeknapt: de tenten opzetten, safaristoelen in elkaar zetten en een fles wijn openen. Ondanks de vertraging werd het nog een gezellige avond met een heerlijke barbecue, koude biertjes en spannende verhalen over het motoravontuur.
En dan weer terug…
Maar lang konden ze niet van hun prestatie genieten. Na een welverdiende nachtrust moesten ze namelijk ook weer terug. Nu werd unaniem gekozen voor de snelweg naar Arusha. Geen spannende route maar wel snel en geen risico op natte voeten.
Helaas zat het ’t gezelschap ook dit keer niet mee. Een kilometer of 50 voor Arusha werden we verrast door een enorme regenbui. Zo één waardoor je genoodzaakt bent je snelheid flink te laten zakken, je lichten aan te zetten (en geloof me, dat doe je hier niet snel bij daglicht. En velen eigenlijk ook niet bij nacht!), en die de ruitenwissers amper bij kunnen houden. Regen en hagel wisselden elkaar af.
Toch kon ook deze stortbui de motorrijders niet van de wijs en de weg brengen; ze reden stug door. Waardoor ze voor de tweede dag op een rij niet alleen natte voeten kregen maar compleet doorweekt raakten. Maar wél eerder thuis waren dan wij (die veilig en droog in de auto zaten 🙂 )!
Lijkt jou zo’n motortocht ook wel iets? Dan heb ik goed nieuws: het natte avontuur heeft dit gezelschap niet afgeschrikt. Dus laat me weten als je er de volgende keer bij wilt zijn!
Geef een antwoord