Een van de moeders bij Julian op school is professioneel jager van beroep. Ze begeleidt toeristen uit de hele wereld die naar Tanzania komen om een antilope, buffel of leeuw neer te schieten. Door jarenlange ervaring weet ze precies hoe ze de dieren moet opsporen, onopgemerkt kan naderen. En met één gericht schot te doden.
Wanneer ik haar zie, is dat met een mengeling van fascinatie en afschuw. Hoe kun je oog in oog staan met een onschuldig dier en hem koelbloedig afmaken? En hier ook nog plezier aan beleven? Dat dieren jagen, oké. Zij moeten eten om te overleven. Maar zijn die jachttrofeeën dan zo onmisbaar om je imago op te krikken en de buitenwereld te laten zien wat je hebt bereikt?
Het spel
Iedereen herinnert zich nog vast wel het verhaal van Cecil de leeuw en de Amerikaanse tandarts. De leeuw was een symbool van Hwangwe National Park in Zimbabwe maar werd door pijl en boog neergeschoten, nadat ze eerst uit het beschermd gebied was gelokt. Het incident leidde tot veel woedende reacties en gaf de jacht een nog slechter imago.
Ook hier in Tanzania wordt volop gejaagd. Gecontroleerd, in zogenaamde hunting blocks waarvan Tanzania er meer dan 190 telt. In deze gebieden mogen bezoekers legaal op een diversiteit aan wild jagen, zoals zebra’s, nijlpaarden, luipaarden en olifanten. Maar ook ongecontroleerd. Ondanks de verwoede strijd zijn er helaas nog steeds veel stropers actief, zowel binnen als buiten de nationale parken. Hier zit veelal uitgebreid netwerken van misdaadorganisatie’s achter die zo professioneel te werk gaan, dat ze bijna niet te traceren zijn.
“Schiet er één, redt er tien”
Tegelijkertijd noemt de moeder op school zich ook een conservationist. Ze is namelijk ook erg begaan met de bescherming van het wild en juíst het jagen is een poging tot natuurbehoud. Deze vorm van toerisme brengt aanzienlijk meer geld in het laatje en zorgt voor veel werkgelegenheid. Een 10-daagse jachtsafari naar de omgeving van Selous loopt bijvoorbeeld al snel op naar $20.000 per persoon. De permit om een olifant neer te mogen schieten alléén al is $15.000.
Een deel van deze inkomsten zou worden gebruikt om de gebieden beter te controleren tegen stropers en de lokale bevolking een inkomen te geven. Zodat zij zich niet laten verleiden om zelf te gaan stropen, om hun familie te onderhouden. Bovendien gelden er strikte regels. Het jachtseizoen loopt van 1 juli tot 31 december, er mag niet gejaagd worden op jonge of vrouwelijke dieren en wordt er streng toegezien op de quota per gebied.
Jagen in Nederland
En laten we eerlijk zijn, in Nederland wordt er natuurlijk ook gejaagd om de wildstand te controleren. Zo werd er afgelopen jaar nog op grote schaal edelherten afgeschoten in de Oostvaardersplassen. En was het vlees dat voor de commercie werd aangeboden razendsnel uitverkocht.
Dilemma
Toch zijn de brute stroperijen niet de enige oorzaak dat we in de afgelopen jaren zoveel dieren zijn kwijtgeraakt. Nog belangrijker is het inkrimpen van het leefgebied, het afnemen van natuurlijk voedsel door bush meat stropers en conflicten met de lokale bevolking. En dat is waar de jacht zijn voordeel brengt: het controleert de wildernis grenzend aan de nationale parken, geeft er economische waarde aan en treedt op als buffer tussen de parken en omringende dorpen.
Desondanks blijf ik me afvragen of hoe je plezier kunt beleven aan het doden van een dier maar je tegelijkertijd sterk maakt voor de bescherming van wild. Waarom er zo opzichtig geposeerd moet worden met het neergeschoten dier, dat geen enkele kans heeft gehad op een eerlijk gevecht. Wat dat betreft houd ik het maar op één manier van schieten… met de camera.
Hoe denk jij over jagen?
Geef een antwoord