Wanneer je in een land als Tanzania woont, heb je de luxe om er op een heel andere manier rond te reizen dan de gemiddelde toerist. Daar waar de meerderheid vanuit Kilimanjaro Airport linksaf gaat richting de populaire natuurparken, gaan wij ook wel eens rechts. Naar de verlaten vlaktes van West-Kilimanjaro. Waar wij bij een luxueuze lodge uitgebreid genieten van het uitzicht en een middag ontspannen aan het zwembad, haasten de meeste gasten zich na de lunch naar hun volgende activiteit, om pas tegen de avond terug te komen. Of we besluiten eens een keer niet op safari te gaan, maar een mooie wandeling te maken in de omgeving onder begeleiding van een Maasai krijger.
Natuurlijk is het heel begrijpelijk. Je wilt ten slotte zoveel mogelijk uit je reis halen en zoveel mogelijk zien. En natuurlijk hoort daar de Big 5 bij! Toch is het de moeite waard om ook eens een stapje terug te doen en oog te hebben voor andere dingen dan het grote wild. Voor Ajabu Adventures schreef ik een blog met 5 belangrijke tips voor een safari in Tanzania.
1. Geen haast
Ik heb het hierboven al even genoemd. Laat de drukte en het gehaast van de Westerse wereld even achter je en neem het ritme van Afrika over. Juist hier kun je perfect aan mindfulness en slow travelling doen. Dat kan door eens een half uurtje rustig te gaan zitten en het prachtige uitzicht in je op te nemen. Of een tijdje stil te blijven staan bij een familie olifanten, in plaats van ze van het “must-see”-lijst af te strepen en door te rijden naar het volgende dier. En wist je dat je ook een cursus yoga kunt volgen op de meest bijzondere plekken?
2. Glamperen
Nog zo’n populaire term. Tanzania is bij uitstek een land om luxe te kamperen! Een ruime tent waar je met het hele gezin kunt overnachten. Een dun matras maakt plaats voor een zacht bed. Je beschikt over een privé veranda met comfortabele stoelen en soms is er zelfs een ligbad, uitgestald voor een groot raam. En dat allemaal midden in de wildernis!
3. Uit de auto
Nee, niet tegenover een groep olifanten of familie leeuwen. Maar het is wel een goed idee om eens een keer de auto te laten staan en het land op een andere manier te ontdekken. Een safari te voet te maken, een mountainbike tocht door de kleine dorpjes en koffieplantages. Of misschien zelfs naar grote hoogte te stijgen in een luchtballon.
4. Go local
Wanneer je vanuit Arusha naar de bekende nationale parken rijdt, zul je veelvuldig de Maasai passeren. Gekleed in felgekleurde doeken, altijd een lange stok met zich mee dragend. Op de fiets of in het veld het vee hoedend. Je zou bijna denken dat ze zich puur voor toeristen zo kleden, maar niets is minder waar. Dit is onderdeel van hun cultuur, iets waar ze enorm trots op zijn. Mijn advies: maak niet alleen foto’s van ze, maar neem de tijd om kennis te maken met hun fascinerende tradities en gebruiken!
5. Kleine dingen
Toegegeven, het is een machtige ervaring om op vijf meter van een olifant te staan. Of een groep leeuwen te bekijken die net een kill aan het verorberen zijn. Dit zijn de spectaculaire dingen op een safari, beelden die je enkel van natuurdocumentaires kent. Maar het kan net zo speciaal zijn om een bontgekleurde vogel in een boom te zien of een familie mangoesten die nieuwsgierig hun kopjes uit hun holletjes in een termietenheuvel steken. Eén ding is zeker, op safari verveel je je nooit!
Het volledige artikel lees je hier!
Hoe stel jij je een safari in Afrika voor?
Geef een antwoord