Het is een jaar geleden sinds corona zijn intrede deed. En nog altijd lijkt het virus niet van plan te zijn om zomaar te verdwijnen. Een jubileum dat we liever niet hadden gevierd. Het is ook een jaar geleden dat we voor de laatste keer familie over hadden uit Nederland. Toen er nog niet van bewust hoe schaars de tijd zou zijn die we daarna nog samen konden doorbrengen. En het is een jaar geleden dat we een nieuw eiland in de Indische Oceaan ontdekten. Mafia Island, met de walvishaaien. Die er normaal gesproken eenvoudig te zien zijn… maar toen even niet.
Zanzibar’s zusje Pemba Island
Dit jaar is er geen familie en lijkt een bezoek aan Nederland ook nog altijd ver weg. Maar dat weerhoudt er ons niet van om een ander eiland voor de kust van Tanzania te verkennen: Pemba Island. Het kleine zusje van Zanzibar (“Unguja”), op amper een half uurtje vliegen. Pemba heeft eigenlijk alles wat Zanzibar heeft (en meer!) maar mist een heel belangrijk aspect: er zijn amper toeristen. Nu Zanzibar letterlijk overspoeld wordt met Russen en Oost-Europeanen is dat al voldoende reden voor ons om er naartoe te gaan.
Vijftig tinten groen
Met bijna 1000 km² is Pemba Island ongeveer driekwart van de oppervlakte van Zanzibar. Daarentegen telt Pemba 9 accommodaties, in vergelijking tot de grofweg 600 overnachtingsplekken op Zanzibar. Waarom de Arabieren het de naam “Green Island” hebben gegeven, wordt ons al snel duidelijk wanneer we van het vliegveld wegrijden. Het landschap is golvend en telt vijftig tinten groen, van de rijstvelden en het tropische bos tot de vele palmbomen, bananen- en kruidnagelplantages.
Het groen wordt afgewisseld met de kleurrijke schooluniformen van de kinderen. Kilometerslang passeren we hn, terwijl ze naar school of naar huis lopen. Het laatste stukje rijden we over een smal bospaadje door het Ngezi Forest, waar je beter geen tegenligger tegen kunt komen.
Parelwit strand en ruige koraalrotsen
En dan zien we weer de oceaan opdoemen. We zijn aangekomen bij het noordelijke puntje van het eiland en de hobbelige weg gaat over in de gladde oprijlaan van het hotel. Een ietwat beschamend contrast met de dorpjes waar we zojuist langs reden. Het ontvangst bij The Aiyana laat echter weinig ruimte om daar lang bij stil te staan. Want voor we het weten lopen we een trap af naar een parelwit zandstrand en een zee van vijftig tinten blauw. Het zand knerpt onder onze voeten als verse sneeuw. Ruige koraalrotsen bevinden zich vlak voor de kust en traditionele zeilboten liggen op het droge, te wachten tot het weer vloed is. Het is werkelijk een paradijs, waar wij en een handjevol andere gasten tijdelijk van mogen genieten.
Ondanks de rust en de ongereptheid hoeven we ons geen minuut te vervelen op het eiland. Bij vloed zwemmen we in zee en zodra het eb wordt, kunnen we snorkelen tussen de koraalriffen en vele tropische vissen. We maken een boottocht naar een verlaten zandbank, ontdekken de mangrove per kajak en aan het eind van de dag worden we vanuit de infinity pool getrakteerd op een prachtige zonsondergang.
Slapen in een aquarium
Maar het meest bijzondere is misschien nog wel ons bezoek aan het nabijgelegen The Manta Resort, die één van ’s werelds weinige “onderwaterkamers” biedt. Een hotelkamer voor de kust van Pemba en 4 meter onder zeeniveau. Ook al blijft het bij een bezoek, het is een fantastische ervaring om 360 graden omringd te worden door scholen vissen. Je weet bijna niet waar je moet kijken en ook de vissen komen nieuwsgierig dichterbij. Het is alsof je gaat overnachten in een aquarium… alleen zou ik geen oog dicht doen!
Het Zanzibar van 50 jaar geleden
Nu we alle eilanden van de Zanzibar Archipelago gezien hebben, is onze voorkeur duidelijk. Mafia Island is vast geweldig als je voor de walvishaaien komt – en zij ook voor jou – maar heeft qua strand weinig te bieden. Zanzibar is heel divers en kent een rijke historie. Maar ook vooral veel hotels en resorts en wordt steeds toeristischer.
Pemba is daarentegen het Zanzibar van 50 jaar geleden… verlaten stranden, nog onaangetaste koraalriffen en regenwoud dat tot aan het strand doorloopt. Een parel in de Indische Oceaan – te mooi om niet te ontdekken maar tegelijkertijd ook beschermd moet worden. Zodat we over een paar jaar niet moeten vaststellen dat het een tweede Zanzibar is geworden…
Geef een antwoord